Een aparte dag, maar een mooie dag!

7 juni 2019 - Andenes, Noorwegen

Vrijdag 7 juni start heel apart. Als ik ’s morgens rond 7 uur naar de douches loop, hangt de bewolking zo laag, dat ik het gebouw met de sanitaire voorzieningen nauwelijks kan zien. Zo mistig is het dan nog. Maar als ik een kwartiertje later gepoetst, geschoren en schoon gespoeld weer buiten kom, is alle bewolking weg en is er een strakblauwe lucht en een heerlijk zonnetje. Zo snel kan het hier dus gaan. Een beetje vreemd, maar wel lekker. Is er geen reclame met deze slogan?

Om tien voor negen rijden we weg van de kleine camping in Birtavirre. We zijn weer lekker op tijd en kunnen een mooi stuk gaan toeren. Maar na vijftien minuten worden we al door een verkeersregelaar gestopt. ‘There’s work in the tunnel’, is zijn verklaring. Om er aan toe te voegen dat we 20 minuten geduld zullen moeten hebben. Zie je het voor je? De A1 in Nederland afsluiten voor 20 minuten, terwijl er geen omwegen zijn van korter dan ongeveer 300 kilometer? Dat kan hier dus gewoon. En of je nu geduld hebt of niet, je moet gewoon wachten.

Na inderdaad zo’n 20 minuten komt er leven in de brouwerij. Een hele stoet auto’s komt van de andere kant en ik denk meteen ‘hup, motor aan en gaan met die banaan’. Maar niets is minder waar. We blijven gewoon nog even staan waar we staan. Tot er een minibusje vlak voor ons omdraait en ons voor zal rijden. Alsof we in een Grand Prix Formule 1 achter de pacecar aanrijden, maar dan met zo’n 20 kilometer per uur. En als we dan de hele tunnel door gereden zijn, is er werkelijk helemaal niets in de tunnel te zien. Even later nog een tunnel en slome Sjakie rijdt nog steeds voor ons en we worden geacht hem te volgen. Nou vooruit dan maar…. Na de tweede tunnel mogen we los….

Om na ongeveer een kwartier met hetzelfde issue opgescheept te zitten. Maar nu kunnen we zien wat er gebeurt; er start vlak langs de kant van de weg een helikopter zijn motor op en die heli stijgt even later ook op. Er hangt een kabel onderaan met een haak er aan. De heli vliegt tot kort boven de berg van de tunnel waar we kort voor staan en blijft daar even hangen. Hij pikt een zak met zo te zien zwaar materiaal op, vliegt een halve cirkel en zakt meteen tot de plek waar hij vertrokken is, lost daar zijn lading en vliegt weer naar boven om vervolgens dit proces nog 5 keer te herhalen. Als hij daarna dan weer landt, stapt er iemand bij hem in, hij vliegt weg, om hem nooit meer terug te zien. Zo jongens, we kunnen! Maar ook dat duurt nog zeker vijf minuten. Deze keer rijdt een nog slomere Sjakie voor ons. Voor mijn gevoel hadden we hem lopend bij kunnen houden…

Goed, dat hebben we ook weer mee gemaakt. We rijden verder over de E6 in zuidelijke richting, maar die weg kronkelt echt als een gek. De weg lijkt voor het overgrote deel met de vorm van het water mee gelegd te zijn. Om een fjord, hoe lang ook en pas op het smalste stuk een brug er over of je rijdt er echt helemaal om heen. Tja, zo kom je nog eens ergens. Zo komen we ook de meest vreemde plaatsnamen tegen. En laten we er twee daarvan nu ook gebruikt hebben. Waarvoor? Nou, dat zal ik vertellen; de dag voor wij op vakantie gingen was Marion jarig. De dag daar weer voor zijn we met onze kinderen en kleinkinderen uit eten geweest bij De Nieuwe Tijd in Duiven. Daar hebben ze een enorme speelruimte onder het restaurant en daar staan ook grijpkranen in, zoals je die ook op de kermis ziet. Onze Lukacs is daar erg handig in en heeft zoveel beestjes uit die kast gehengeld, dat wij er ook twee kregen. En zoals we hem beloofd hebben, zijn die twee beestjes mee op reis gegaan. Ze staan overdag op ons dashboard, voor het raam en kunnen dus meekijken. Waarom vertel ik dit verhaal? Die twee beestjes hebben we vandaag namen gegeven. Noorse plaatsnamen om precies te zijn. Degene die Marion heeft gekregen, heeft ze Johkamakkhi genoemd. Die van mij heet vanaf vandaag Heia. Vonden we leuk…

En die naam Heia, dat is de plaats waar we langs de E6 nog zijn gestopt bij een Sami shop. In een aantal typische Sami tenten is een grote verzameling Noorse, maar meer Sami stijl, souvenirs, kleding, et cetera te koop. Binnen brandt een open haard, het is er lekker warm en er klinkt Sami muziek. Niet direct onze muziek, maar het heeft voor mij iets spiritueels. Overigens, in het Nederlands noemt men ze Samen, al zijn ze bij ons beter bekend als Lappen. Maar Lappen vinden ze hier geen prettige naam, dus worden ze liever Samen genoemd. Weet ik ook nog niet zo lang hoor!

Weer wat verder op weg moet er nog weer eens worden getankt. We verstoken wat diesel hoor! Enkele boodschappen en een korte lunchstop verder, rijden we onderweg langs een grote waterval. Toch maar eens zien of we daar dichterbij kunnen komen? Wel geprobeerd, maar niet gelukt. Het was wel mogelijk, maar dan hadden we meteen alles drijfnat gehad; kleding, schoenen, fotocamera, alles… dat hadden we er niet voor over. Kleding en schoenen kunnen weer drogen, maar mijn camera kan daar echt niet tegen. En onze mobiels ook niet. Dus dan maar van afstand een poging.

En dan ineens…. we komen over een heuvel aan rijden en zien ineens een meer rechts van ons opdoemen. En niet zomaar een meer. De naam zegt me niets, het Storvatnet langs de E6, maar het aanzicht des temeer. Het doet ons allebei meteen denken en voelen als in juni 2013 toen we in Canada langs Bow Lake reden. Degenen die ons heel goed kennen, weten dat er een verhaal achter Bow Lake en het Lac de Montriond (Frankrijk) zit. Het wekt emoties op, het doet iets met ons. Met mij helemaal… Hier, in het hoge noorden van Noorwegen, ligt me daar ineens een meer te pronken met aan de overkant bergen die tussen alles besneeuwde plekken hun donkere eigen kleur laten zien. Die bergen reflecteren in het water en op een groot aantal plekken ligt op het water nog ijs. Dat is dan een verschil met Bow Lake, maar dit Storvatnet mag er zijn! Schitterende reflecties, prachtige plaatjes. Op een foto kan je het misschien zien, maar in het echt voel je het, ervaar je het, beleef je het. Geweldig!

We gaan weer verder. Nog een klein stukje E6 en dan rijden we de E10 op richting de eilanden van de Vesterålen en Lofoten. Dat belooft nog weer een mooi stukje Noorwegen te worden. Op Vesterålen ben ik in januari 2015 al geweest. Maar ik kan me maar weinig herinneren van de omgeving, omdat het er toen maar 2,5 uur per dag licht was. Eigenlijk werd het pas rond 11.00 uur licht en begon het om even na 13.00 uur toen alweer te schemeren. Wat deed je er toen dan Hulzebos? We, Tim en ik, reden van het Tysfjord hotel met een taxibus voor een whalesafari hier naar Andenes, op het meest noordelijke puntje van Vesterålen. Op Andøya, om precies te zijn. We hebben daar toen gesnorkeld met wilde Orka’s. Prachtige ervaring, maar dat zal er deze reis nu niet van komen. De Orka’s zwemmen nu over het algemeen in heel andere wateren, omdat de Haring waar ze op af komen nu niet hier in de buurt zit. Er kan een eenzame verdwaalde Orca opduiken, maar dan moet je geluk hebben. En ja, ik spreek over hier, want we zijn inderdaad nu weer in Andenes. En we hebben een prachtige plek. Met de neus van de camper in de richting van strand en zee, kijken we zo uit op diezelfde zee. En toen we daarstraks zaten te eten, hebben we zelfs al even kort in de verte een aantal walvissen voorbij zien trekken. Welke soort? Geen idee, daarvoor waren ze te ver weg en we konden het op dat moment niet van dichterbij bekijken met de fotocamera of verrekijker. Die hadden we tijdens het eten niet bij ons.

Na het eten hebben nog even over het strand gelopen in een flink koude wind, maar wel met een flauw zonnetje erbij. De zon schijnt overigens nog steeds en zoals het nu gaat, kunnen we daar nog heel lang van genieten. De middernachtszon is ook hier te zien.

Toen wij ergens in 2012 onze reis bij Jimmy Vollenbroek boekten naar Canada, heeft hij van tevoren tegen ons gezegd;” Marc en Marion, let op, 7 juni wordt jullie dag’. Wij vroegen toen waarom, maar hij gaf alleen maar aan dat we dat wel zouden gaan ervaren. En hij wist natuurlijk al lang dat die dag de Columbia Icefield Highway op het programma stond. En dat we toen Bow Lake ook zouden gaan zien. En wat voor dag is het vandaag? Precies! Toeval bestaat voor ons dus echt niet!

Foto’s

1 Reactie

  1. Bart:
    8 juni 2019
    Weer een mooi verhaal
    Geweldig leest lekker