Een verrassende dag

18 juni 2019 - Geilo, Noorwegen

Het is dinsdag 18 juni en wat hebben we een verrassend mooie dag gehad. Dat we opstonden en dat het regende, dat was geen verrassing. De weersverwachtingen hebben immers voor de aankomende dagen niet veel goeds in petto. Tot en met zaterdag zal het in een heel groot deel van de regio vrijwel continue een grote kans op regen geven. En is er geen regen, dan is het wel flink bewolkt, maar dan kan je tenminste nog fatsoenlijk iets buiten doen. In de regen is dat niet aantrekkelijk. Tenminste, voor ons niet. Gisteravond? Regen! Vannacht? Regen! Vanmorgen vroeg? Regen! Tijdens het ontbijt? Droog! Huh? Ja echt, het was droog! Da’s genieten op zo’n moment hoor.

Ik schrijf hier met een sarcastische ondertoon en zo is het ook bedoeld. Want we vinden al die regen echt helemaal niet leuk. We hadden allebei hoge verwachtingen van deze grote reis en dan weten we van tevoren ook dat we niet naar een land als Spanje gaan, waar we meer kunnen rekenen op goed weer. Maar zoveel regen als we nu in deze vakantie al hebben gehad… Ik wil niet zeggen dat hij volledig verregend is, maar er zijn dagen bij geweest…Alles bij elkaar denk ik dat we nu ongeveer 3 a 4 behoorlijke zonnige dagen hebben gehad, dat er 4 a 5 bij waren die met flinke bewolking en een beetje regen erbij toch alleszins acceptabel te noemen waren en verder? We zitten inmiddels op dag 20…Daar worden we allebei een beetje minder goed gehumeurd van. En ik zeker. Positivo als ik normaal gesproken ben, lukt het me de laatste dagen niet altijd om de mooie en zonnige kant te zien. Jazeker, we hebben heel veel prachtige natuur gezien en maken een schitterende reis. En toch….

Vanmorgen komt tijdens een koffiestop het gesprek hier op. En we besluiten de boel enigszins om te gooien. We gaan niet richting Preikestolen. Daar is de verwachting op dit moment dat het zondag of maandag redelijk goed weer wordt om de wandeling te maken naar dat prachtige, maar ook gevaarlijke uitzichtpunt boven de Lysefjord. Dan moeten we ons in de tussenliggende dagen zien te vermaken in zeer onbestendig, maar naar verwachting veelal baggerweer. En daar hebben we geen vakantie voor. We willen ons gewoon vermaken met dat wat we mooi vinden en als we dan de keuze moeten maken om iets moois te laten om er iets ander (en mogelijk meer) moois voor terug te krijgen… We gaan dus niet verder richting het Zuidwesten, maar gooien de geplande route om. We gaan het risico niet nemen om met een teleurgesteld gevoel de laatste anderhalve week van deze reis te beleven. Wij schrijven Carpe Diem niet voor niets met hoofdletters!

Vanaf de camping zijn we vanmorgen wel eerst naar de Steinsdalfossen gegaan. Dat was nog geen kilometer van de camping af en het leuke is dat je er achterlangs kan lopen zonder dat je nat wordt. Hebben we ook gedaan en het is maar goed dat we zo op tijd waren, want toen wij alweer op weg waren naar beneden, kwamen er weer busladingen vol aanrijden en ook de nodige andere camperaars en overige toeristen. Daar waar wij nog met een man of tien boven stonden, liep het pad al snel heel vol. O ja, ik had nog even mot met een ‘alleraardigste Aziatische “dame” ‘. Ik stond bij een souvenirwinkeltje tussen twee rekken naar wat spulletjes te kijken. Komt dat mens er aan en duwt me gewoon met haar lichaam zo aan de kant. Nou ben ik niet de zwaarste, maar ook niet heel licht, dus zomaar aan de kant duwen lukt niet. Ik ga niet zeggen wat ik bij het mens gedaan heb, maar netjes was het niet. Maar ze heeft heel duidelijk geweten dat ze dergelijke ‘geintjes’ niet ongestraft kan uithalen. Ze keek later naar me, ik heb haar recht in haar ogen aangestaard en heb er een wedstrijdje van gemaakt wie dat het langste vol zou houden. En ik won. Nu ben ik normaal gesproken best rustig en geduldig, maar bij dit soort gedrag kan ik woest worden. Vraag dan even normaal of je er langs mag, tik me even licht op mijn schouder, roep iets van ‘excuse me’ of zo, maar dender er niet doorheen met het idee dat je alleen op de wereld bent. Heks! Overigens zegt dit stukje wellicht ook iets over mijn humeur op sommige momenten. Korter lontje, minder geduld, sneller geagiteerd. Maar dan…

We rijden van de watervallen verder richting Hardangerfjord. Onderweg beginnen we blauwe plekken te ontdekken tussen alle wolken. En nog steeds is het droog. Zou het dan toch nog goed komen? Onderweg komen we weer door heel veel tunnels. En opeens zijn we verrast door in die tunnel een rotonde aan te treffen. Onder de berg, in de grot, komen verschillende wegen van diverse kante bij elkaar. Dat is best een kunstwerk! Niet alleen om het te maken, maar vooral ook om het te bedenken en goed te berekenen. Zo komen we vanuit die tunnel een enorme brug over, die gaat weer door naar een nieuwe tunnel en ook daar ligt weer een rotonde in. Indrukwekkend hoor! En ook nog wat later rijden we in een tunnel die maar door en door blijft draaien dezelfde richting uit. Het lijkt wel of we op een soort spiraalvormige weg zitten in de berg. Alsof ze zo ruimte hebben willen besparen en alleen in verticale richting hebben willen werken. Wel een mooi idee!

We volgen de Hardangerfjord, komen bij de Eidfjorden en uiteindelijk bij het dorpje Eidfjord. Dat is weer een en al toerisme. Cruiseschip aangemeerd, fjord safari’s met een snelle speedboot, watervliegtuigje, gewone rondvaarten, kajakken, van alles. Maar wat ons ook opviel zijn de ingepakte bomen. Veel bomen hebben een wollen omhulsel in diverse kleuren, stiksels en afbeeldingen. Best grappig.

Vanuit Eidfjord kan je het Simadal in, een weg die na zo’n 10 kilometer dood loopt en uitkomt bij de Sykkjedalsfossen. Maar die staat nergens aangegeven. Ik had die thuis al op internet gevonden als hoogste waterval van Noorwegen met een totale hoogte van zo’n 600 meter en een vrije val van ongeveer 300 meter. We snapten uiteindelijk ook wel waarom dit niet als toeristische attractie wordt aangegeven. Het is niet erg makkelijk om er goed bij te komen, het is niet de meest spectaculaire waterval die we hebben gezien en de weg er naartoe is heel erg smal. Met nog een andere auto zijn we de enige weggebruikers geweest die we hebben gezien. Maar als we dan bij het einde van de weg komen, blijkt daar nog een camper te staan. Er zit een jong Vlaams stel bij en we hebben nog even staan kletsen. Zo zijn we dan ook wel weer. Zij werkt freelance en kan werken wanneer ze wil. Hij heeft zijn baan opgezegd en samen trekken ze er met hun eigen oude camper op uit. Maanden lang op reis met hun camper als hun huis. Want een vaste stek hebben ze niet meer. Als ze na de reisperiode weer tijdelijk in een appartement willen gaan wonen, dan vinden ze wel weer wat, zo redeneren ze. Ze hebben zo hun netwerk. Het kan ook zijn dat ze besluiten de aankomende winter met hun camper richting Spanje of Portugal te gaan. Wat mooi dat ze zo relaxed in het leven kunnen staan. Wij gaan weer terug richting Eidfjord.

Vanuit dat dorpje volgen we de weg verder langs de Hardangerfjord. Tenminste, dat dacht ik. Nee, het is wel dezelfde weg 7, maar de fjord houdt bij Eidfjord op. Wat we nog wel verder kunnen volgen is de toeristische weg met de naam Hardangervidda. We hebben nog wel de waterval Vøringfossen op het programma staan. Op een gegeven moment komen we een tunnel door en er staan links en rechts langs de weg ineens enorm veel campers en personenauto’s. daar is wat aan de hand, denken we dan. We stoppen en kijken. Staat daar een minimaal klein bordje naar de Vøringfossen! Al een stukje op een wandelpad overigens, maar nergens is iets aangegeven langs de weg. Terwijl dit juist een van de grootste toeristische attracties in deze regio moet zijn. Ik snap er geen barst van en ik begin Noorwegen steeds minder leuk te vinden. Rustig blijven Hulzebos.

De aanduiding blijkt naar een pad naar de onderkant van de waterval te zijn. Een kleine twee kilometer, maar met klim en klauterwerk, zo wordt er aangegeven. Maar op dat moment begint het te spetteren, wat voor mij direct reden is om te zeggen dat ik dit niet ga doen. Als ik moet klimmen en klauteren, terwijl ik daar toch al niet zoveel zin in heb vandaag en dan ook nog eens in regen, waardoor het misschien gevaarlijker wordt? Laat dan maar. We rijden enkele minuten verder en dan is er een parkeerplaats. Daar wil ik eerst een kop koffie drinken en mijn humeur weer laten verbeteren. Hulzebos, Hulzebos, wat is er aan de hand met je? Nou, eigenlijk niks, maar je ergert je aan zaken waar je toch geen invloed op hebt. En wat heb je daar aan? Helemaal niets! Dus? Kop andersom en vanaf nu is het glas weer halfvol. En gaan we weer op zoek naar de kraan, want dan kunnen we tenminste zelf bepalen hoe vol het glas is.

Na de koffiestop rijden we weer enkele minuten en dan klaart mijn gezicht helemaal op. Er staat een bordje langs de kant met de aanduiding; Vøringfossen 1,5 km. Zie je wel! Het gaat wel zoals we gewend zijn. Er is niets mis met de aanduidingen en we kunnen alsnog op een normale manier naar die waterval toe. En ja hoor, vanaf de ene plek zie je ze van voren en als we nog een stukje verder rijden, kunnen we ze ook van bovenaf zien. Zelfs een prachtige regenboog hebben we kunnen vastleggen in het water van de waterval. Blij gezicht, blij gevoel, alles oké!

En wat we daarna tegenkomen is weer een complete verrassing. Het fjordengebied hebben we achter ons gelaten, maar wat we voor ons zien en waar we middenin rijden, is een enerzijds desolaat landschap, anderzijds heeft het ook weer iets mysterieus. De Hardangervidda is een hele grote hoogvlakte en tegelijkertijd een nationaal park. We rijden tussen de sneeuwvlakten, rotsige en ruwe grond door. Het waait er enorm hard, maar vanwege de relatief heldere lucht en af en toe de zon er een beetje bij, kunnen we enorm ver kijken. Best mooi nog even zo.

Daarna rijden we verder tot we een geschikte camping vinden. Uiteindelijk wordt het toch nog weer zes uur voor het zover is, maar dan staan we ook weer op een prachtig plekje. Vlakbij een snelstromende rivier. Als we op het dak van de camper gaan staan en flink afzetten, dan kunnen we ineens in de rivier springen. Niet dat we dat gaan doen, want het water lijkt me ijskoud. Dan zou je toch wel een enorme oen zijn. Oen? Hé, da’s toevallig! De camping heet Øen turistsenter. En het ligt in het plaatsje Geilo. En ik heb de namen niet zelf verzonnen…

Foto’s

1 Reactie

  1. Bart:
    18 juni 2019
    Hulzebos wat lees ik toch allemaal je hebt gewoon Nederlands klimaat
    Maar het is wel jammer als je zoveel regen hebt met zo’n mooie reis
    Ik zeg houd de moed er in 😎😎