Tunnelvisie of tunnelvisioen?

17 juni 2019 - Eikedalen, Noorwegen

Wij volgen dagelijks de weersverwachtingen en hopen dan elke keer dat het mee valt. Maar vanmorgen viel het niet alleen mee, het overtrof onze stoutste verwachtingen. Zelfs buiten in de zon ontbijten was mogelijk. En daarna eerst nog lekker even genieten en uitkijken op een mooie heldere Sognefjord. Lekker begin hoor!

We rijden daardoor pas rond half elf van de camping af en even na twaalf uur rijden we de stad Bergen binnen. De tweede grootste stad van Noorwegen, met zo’n 250.000 inwoners. Op internet is een parkeerplaats c.q. overnachtingsplaats speciaal voor campers aangegeven. Een plak asfalt met stroom faciliteiten erbij, je kan schoon water tanken, je vuil water af laten vloeien, et cetera. Maar als je dan leest dat er voor zo’n grote stad, die ook nog eens een enorme invloed heeft op veel toeristen, slechts 28 plaatsen zijn op zo’n camperplaats… Tja, eerst de stad doorkruisen om er te komen, om er vervolgens achter te komen dat er geen plek meer is. Helaas pindakaas, too bad sandwichspread…

Verder zoeken naar een andere plek om te parkeren. En dan komen we er opnieuw achter hoe lastig dat kan zijn. Soms wordt er gevraagd om een vergunning, soms zijn we te lang, dan weer te hoog, dan is een parkeerplaats alleen voor bussen, dan weer alleen voor gasten van een bedrijf, et cetera, et cetera. Maar dan, ongeveer 2,5 kilometer verderop is er een supermarktje en daar is een parkeerplaatsje bij. Daar staan al twee campers en we rijden er ook op. En dan blijkt dat we ook nog eens vrij parkeren hebben i.p.v. 200 kronen (ruim 20 euro) aftikken voor die 28 plaatsen tellende camperplaats. Ha ha, dat is mazzel hebben. En we hoeven maar een stukje te lopen dat voor ons geen enkel probleem mag zijn. Let’s go, dachten we….

Op het moment dat de camper staat, eten we eerst iets. Daarna willen we de stad in. Maar na het eten begint het toch te gieten! Niet normaal! Alsof alle watervallen van heel Noorwegen tegelijk boven ons uitgestort worden. En dat zijn er wat kan ik je vertellen! Net op het moment dat we denken ‘bekijk het maar, we laten Bergen Bergen en we gaan verder’ wordt het gieten minder en even later is het zelfs droog. Dan toch maar even de stad in? Pluutjes mee, regenjasjes aan en het beste er maar van hopen? Ja, dus inderdaad; let’s go. En wat blijkt, we hebben zo’n 2,5 uur rond gebanjerd en maar heel weinig regen gehad. Beetje gemiezer, maar dat was het wel.

Bergen heeft een flinke haven. En in een deel van die haven liggen heel diverse schepen. Vandaag zien we in het voor ons toegankelijke en makkelijk bereikbare deel enkele gigantische cruiseschepen liggen. Varend onder verschillende vlaggen; Noorwegen, Malta, Bahama’s… maar en liggen ook een paar ‘jachtjes’. Mensen mensen, wat een kapitalen liggen daar in het water. Ik denk dat je van de kostprijs van een van die schepen een land in de derde wereld geruime tijd van eten en drinken kan voorzien. Maar ja, laat ik op iets kleinere schaal dan eens naar ons zelf kijken. Wij gaan toch ook vier weken op vakantie, huren een camper, betalen een klein vermogen aan brandstof, campings, ferry’s et cetera? En we laten er toch verder ook niets om? Tja…

Er ligt ook nog een ontzettend mooi oud zeilschip. Het is eigendom van de Noorse Marine Acedemie; de Statsraad Lehmkuhl. Klinkt meer Duits dan Noors voor mij, maar het zij zo. Als je wil kan je meevaren en mee zeilen. Dat zal best een mooie ervaring zijn denk ik en Marion voelt er zeker voor. Maar als ik er aan denk hoe makkelijk ik zeeziek kan worden, dan moet ik het vooralsnog maar laten…Het blijft een mooi schip en als ik zie dat je als matroos soms bovenin die masten moet klimmen, nou….hoogtevrees is dan iets wat je niet moet hebben. En dan te bedenken dat die zeelui er ook bovenin klimmen als ze al op een deinende zee varen. Nee, geef mijn portie dan maar aan Fikkie.

We lopen van de kade naar de overkant van de straat en daar staan prachtige oude handelshuizen in mooie verschillende kleuren. In deze panden zijn allerlei bedrijven gevestigd. Veel souvenirshops en winkels met streek- en/of nationale producten. Maar ook horeca, galeries, ambachtslui, kunstenaars, et cetera. Tussen sommigen van die huizen zijn nauwe steegjes en ook daar zitten van de genoemde bedrijfjes gevestigd. Bij een aantal panden kan je aan de voorkant naar boven lopen, langs of door winkels heen gaan en dan aan de achterkant er weer uit en naar beneden. Bijzondere ervaring wel. Het lijkt wel enkele eeuwen terug in de tijd. Overigens kwam we het stel verwoede camperaars dat we gisteren onderweg spraken nu ook weer hier in de stad in zo’n steegje tegen. Toeval? Nee, bestaat niet volgens ons. We hebben dus maar ‘tot ziens en tot de volgende keer’ gezegd.

Ik heb het al eens eerder over teksten en namen gehad. Hier kwam we langs een Knut Knutsen. Dat lijkt me een beetje de Jan Jansen van Noorwegen. En Marion viel op een gevel de reclame van twee bedrijven op aan de gevel van hun gezamenlijke pand. Als je hier in Bergen incontinent raakt? No worries, er wordt voor je gezorgd…

Er is ook een vismarkt aan de haven. Allerlei kramen waar verse vis verkocht wordt, maar ook tentjes waar die verse vis klaar gemaakt wordt en waar je het meteen kan eten. Als je van vis eten houdt, dan kan je je hart ophalen. Maar als je de lucht ruikt en het staat je tegen, dan heb je hier niets te zoeken. We hebben nog wel even ‘een paar grote jongens’ op de foto gezet.

Bij een Starbucks (ja die hebben ze hier ook) hebben we een bakkie koffie genomen, de blaas geleegd en vervolgens zijn we nog via enkele andere straten naar de camper gelopen. Het was mooi geweest. Rond vier uur rijden we de stad uit en willen we nog een klein stukje verder buiten de stad een camping zoeken. En het wordt me ondertussen toch weer een baggerweer! Ik denk dat de watervallen van heel Scandinavië nu verzameld zijn en ineens leeg gegooid werden. Wat een bak water zeg! Zo komen we dus in de stromende regen nog door een mooi stuk natuur, waar we naar onze mening veel te weinig van kunnen zien en genieten. Het zij zo. Hopelijk morgen wat meer succes.

En wat was nu reden van de titel van dit verhaal? We hebben vandaag niet zo veel kilometers gereden, maar het aantal tunnels was niet normaal, zo veel. En als we nagaan hoeveel tunnels we bij elkaar opgeteld in Noorwegen al doorgereden zijn, dan denk ik dat we op driehonderdnegenenvijftigduizendvierhonderdachtenzestig uitkomen. Of zoiets… Hebben die Noren een tunnelvisie? Of is het een visioen? Is het om het verkeer makkelijker te laten verlopen? Willen ze het doen om de natuur? Ik weet het niet, ga er ook niet achteraan om het te weten te komen, maar weet wel dat er vandaag iemand naast me zat in de camper die hardop riep; ‘Ik ben al die tunnels zó zat!’ Tja Marion, we ontkomen er niet aan, Hier kunnen we vaak niet kiezen voor een tunnel of bergpas. Het is vaak òf de tunnel òf heel erg ver omrijden en met een ferry ergens komen, waarbij niet uitgesloten kan worden dat je dan ergens anders alsnog een tunnel voor je ogen krijgt. Gelukkig is de langste tunnel voor autoverkeer ter wereld maar ongeveer 24 kilometer lang. He, da’s ook toevallig! Die is hier in Noorwegen. Maar daar hoeven we niet doorheen…

We zijn nu vlakbij een grote waterval, waar je achterlangs kan lopen. Moet ook wel een leuke ervaring zijn. Je zou er droog bij blijven. Morgen maar eens kijken of we het droog kunnen houden bij de waterval en ook hopelijk vanuit die enorme kraan daarboven…

Foto’s

1 Reactie

  1. Bart:
    17 juni 2019
    Het is weer een mooi relaas van jullie prachtig reis