Van Sognefjord naar Somberfjord naar Zonnefjord…

16 juni 2019 - Brekke, Noorwegen

Zo’n zonnige en prachtige dag als het gisteren was, zo somber was het vandaag. Het was ook een hele rare dag. Er gebeurde van alles en ook van alles niet. Het zit zo…

We zijn na het opstaan ons gewone ritueel gaan doen. Douchen en dergelijke, daarna ontbijten, afwassen, camper rijklaar maken en gaan met die banaan. Tot zover niets bijzonders. Tot dat moment heeft het alleen nog maar heel licht gespetterd. We rijden van de camping weg en er valt wat meer regen. Even later rijden we door verschillende tunnels en hoe vreemd ook, daar was het droog vandaag. Na het verlaten van de derde lange tunnel valt de regen echter met wat grotere emmers uit de lucht. Maar we laten ons niet gek maken, we gaan ervoor om er toch zo’n mooi mogelijke dag van te maken. Ondanks de voorspellingen (en die zijn bagger).

We zien al vrij snel een flinke gletsjer links van de weg, maar we zijn de weg er naar toe al voorbij. Dus, keren die bak. Als we er aan komen zijn er net twee bussen vol met Aziatische toeristen gestopt. Ik heb niets tegen die mensen, maar veelal wel tegen hun gedrag als ze op reis zijn. Alsof ze alleen op de wereld zijn en met geen enkele andere toerist die niet bij hen in de bus zit rekening willen houden. Voorbeeld; er is een breed pad naar de onderkant van de gletsjer, maar er is op dat pad een smal bruggetje. Dan willen, vooral de dames A. Ziaat en V.A.N. Verweggistan met nog vier groepsgenoten op dat bruggetje gefotografeerd worden. En op alle toestellen van alle zes moet er een foto geschoten worden, zodat ze wel bij thuiskomst kunnen zien dat ze hier zijn geweest en met wie. Maar met het innemen van de meest onnozele en belachelijke poses erbij, kost het zo verschrikkelijk veel tijd, dat ik me enige tijd geleden al iets heb voor genomen. Ik ga er dwars doorheen, anders kan ik uren staan wachten. Zo gezegd, zo gedaan en ik roep netjes “excuse me” en loop door. Krijg ik nog netjes enkele keren ‘solly sil’ achter me aan. Toch vliendelijk van ze. De Marabreen is overigens deze keer de gletsjer waar het om ging, maar we zijn er niet lang gebleven. Het goot en het fraaie aanzicht dat we gisteren op die andere gletsjer hadden, zullen we vandaag echt niet kunnen verwachten. Let’s go!

Nog geen tien minuten later dient zich het bord aan met de aanduiding naar de volgende gletsjer; de Supphellebreen. Zullen we? Ja, we zullen! Een heel klein weggetje voert erheen en het asfalt wordt al snel wat gravel en even later verhard zand. Maar het regende toch zo? En ja, onze overwegend witte camper, heeft ineens een camouflagekleur gekregen.  Ergens tussen, wit, grijs en granietkleur in. Ziet er niet uit. Overigens, de Supphellebreen is een relatief kleine gletsjer, maar toch imponeert het ding wel weer. Alleen die naam. Van de soep in de hel? Fijne kok…

Rond twaalf uur stoppen we voor een bakkie koffie. Parkeerplaats met uitzicht op de Sognefjord, een fjord die we overigens vandaag heel wat zullen tegenkomen. Die fjord is de langste en diepste ter wereld heb ik vernomen. Op het diepste punt 1300 meter onder zeeniveau en zo’n 200 kilometer landinwaarts. Indrukwekkend hoor! We komen daar nog even aan de klets met een ander Nederlands stel. Verwoede camperaars en ze hebben hun huidige camper inmiddels negen jaar. Ze zijn vanaf ergens in april al onderweg. Hij door vroegpensioen en zij hobbelt wel mee. Ze reizen heel Europa door en hebben al het nodige meegemaakt. En dan bedoel ik hier een aantal zeer negatieve zaken; diefstal van hun vorige camper in zijn geheel, een leeg geroofde camper met alles wat los en vast zat er uit of af gestolen. Zo vertelde hij dat bij de Gorge du Verdon in Frankrijk bendes mensen op een heuvel hebben zitten met verrekijkers en die geven door als er campers aankomen en die achter gelaten worden voor het maken van een wandeling. Dan hebben andere bendeleden alle kans om te roven en stelen. En in Griekenland, waar toeristen bij hun camper bedreigd werden, in elkaar geslagen werden en alsnog beroofd werden. Lekker idee…

Dan het volgende; weg 55 die we volgen is geen continue brede weg, maar het wisselt af. Breed, smal, uitwijkstukjes, steeds weer anders. Op een bepaald moment komt ons een grote zwarte Toyota Landcruiser tegemoet. Een vrij hoge auto, met ook de spiegels vrij hoog. En je raadt het al, op een wat smaller stuk weg raken de spiegels van de Landcruiser en die van onze camper elkaar. Een flinke knal, maar als ik stop, zie ik bij de camper totaal geen schade. Gelukkig maar. Echter, dat grote beest van een Toyota heeft de linker buitenspiegel aan diggelen. Glas gebarsten en het hangt er naast. Dat wordt een duur grapje ben ik bang. Maar het eerste wat de dame chauffeur en haar vrouwelijke jonge metgezel zeggen is dat zij stil stonden. No way mevrouw! We reden allebei, niet hard, maar toch! En ik snap dat je dat zegt vanwege de verzekering, maar daar trappen we niet in. Zij had geen schadeformulier bij zich en gelukkig konden we dus van die van ons gebruik maken. Mijn Noors is niks en een vertaling in het Engels staat er volgens mij op geen enkel Europees schadeformulier bij. De dame snapte niets van het Nederlands, dus heb ik steeds het Nederlands vertaald in het Engels (alleen mondeling) en zo aangegeven wat ik heb ingevuld. En ik heb er in het Engels en Nederlands bij gezet dat partij A en B het niet eens zijn over het wel of niet stil staan van de Noorse mevrouw. Dit moeten de verzekeraars dan maar uitzoeken met elkaar hoor. Ik ben al lang blij dat wij geen schade hebben en vanzelfsprekend nog belangrijker, dat er niemand als mens iets heeft. Ja ik dan, gekrenkte trots en een enorme adrenaline boost, waar ik graag vlot vanaf wil. Want op deze manier vind ik ze niet prettig.

We rijden verder naar de ferry van Hella naar Dragsvik. Van daar uit willen we de Noorse toeristische route Gaunarfjellet op. Dat moet een hele mooie weg zijn en gedeeltelijk hebben we dat ook zeker kunnen bevestigen. Maar voor een heel groot deel ook niet. Door het slechte weer, laaghangende bewolking, gebrek aan zicht en/of zon hebben we veel moois moeten missen, denken we. Maar ja, ik ben nog niet met pensioen, dus ik kan niet onbeperkt ergens blijven en op mooi weer wachten. Nog niet….nog lang niet…. Wat we nog wel hebben gezien is de zigzaggende weg naar boven tot we bij het uitzichtpunt kwamen. Daar hebben we inderdaad even ‘uitgezicht’ om maar eens een goed Nederlands woord te gebruiken. Maar vanwege de regen zijn we ook weer snel verder gegaan.

Vanaf de plaats Sande is het nog een dikke 50 kilometer naar de ferry van Lavik naar Ytre Oppedal. Ik zeg tegen Marion dat dit nog een uur rijden zal zijn, dan de ferry van een half uur en dan nog een camping zoeken. Terwijl het dan al ruim half vijf geweest is. Gaan we niet doen. We gaan nu een camping zoeken. Maar waar er normaal gesproken om de havenklap een camping langs de weg te vinden is of op z’n minst een aanduiding daar naar toe, vandaag loopt alles anders. Geen camping voorlopig en als we er dan een aangeduid zien en voor het hek stoppen, staat er een bordje dat die gesloten is. Gvd, wat een gezeur… En als je dan ook nog eens ik weet niet hoe lang een vreselijk zeurende, zeikende, onregelmatig en af en toe heel gevaarlijk rijdende Noorse Mercedes chauffeur voor je hebt rijden, dan zakt mijn humeur toch best een stevig stuk. En zo lang we nog geen camping gevonden hebben, rijden we door.

En zo ineens staan we voor de ferry. Die ligt nog klaar en binnen enkele minuten varen we weg. Terwijl ik wacht op de mobiele kassaman zit ik nog eens de routeplanning door te nemen. En kijk, ik had al eens eerder als optionele overnachtingscamping  Botnen Camping in Brekke uitgezocht. Vanaf de Ferry nog zo’n twintig kilometer rijden. Da’s te doen. Terwijl we op de ferry zijn, doen we ons daar tegoed aan een Noorse lekkernij; een pølser. Een soort hotdog Noorse stijl. Lekker, met een beetje ketchup erop. Dat stilt voorlopig de trek wel weer even. En kijk, de zon begint zelfs te schijnen. Zo ziet de Sognefjord, die we op dat moment oversteken, er ineens heel anders uit. Veel mooier ook. En als we op de camping aankomen, kunnen we een plekje uitzoeken met zicht op de fjord, de zon schijnt nog harder en we kunnen zelfs nog buiten in de zon zitten eten.

Hoe vreemd kan een dag lopen. Dat zonnetje vandaag, dat was een cadeautje. Maar het mooiste cadeau kreeg ik vanmorgen van onze Esmée. Ze weet dat ik zelf niet zoveel met Vaderdag heb, maar zij denkt er wel aan. En ondanks dat we nu ver uit elkaar zijn, heeft ze me een prachtig bericht gestuurd. En ik wil het graag delen.

Kijk maar eens bij de foto’s op dit blog.  En dat met de volgende tekst erbij;

"Omdat je een voorbeeld voor me bent. Je zorgt voor de mensen van wie je houdt, je geniet van de kleine en de grote dingen, je hebt veel geduld, je werkt voor de dingen die je wilt bereiken, je staat klaar voor anderen, je bewaakt je grenzen en bovenal haal je alles uit het leven. Ik hou van je pap, ik ben trots dat ik je dochter mag zijn. ❤😘😘"

Lieve superdochter, dankjewel.

Foto’s

1 Reactie

  1. Bart:
    17 juni 2019
    Nou dat was wel weer een verhaal mooie foto’s